Vrijdag 16 november

 

Mensen, mensen wat een mensen.

Ik mag graag af en toe lekker op het stoepje voor ons hotelletje zitten, lekker in de zon, het liefst met een glas thee of een flesje cola en dan maar naar de mensen kijken. En er lopen de meest uiteenlopende types rond. Je ziet mensen zoals wij (middelbaar) en gezellig met elkaar op vakantie, ook veel jonge mensen, vooral stelletjes. Maar er lopen ook heel wat bijzondere mensen rond.

Zo zag ik vanmiddag een Boeddhistische monnik, geen Tibetaan, maar een westerling die kennelijk op zoek is naar God. Dit is geen uitzondering, regelmatig kom je hier westerlingen tegen in het habijt van een Boeddhistische monnik, ook vrouwen. Zonder uitzondering met een kaalgeschoren hoofd, maar dat zou in Nederland al niet meer opvallen.

Maar dit jaar zijn er bijvoorbeeld ook opvallend veel hippieachtige personen. Het hippietijdperk leek achter de rug te zijn, maar je komt ze weer in allerlei schakeringen tegen. Jong, oud, maar ook veelal op zoek naar iets. Ik vermoed dat er ook aardig wat ouderen bij zitten, die in de 70-er jaren ook deel uit maakten van die beweging. Vaak zijn ze ook duidelijk onder invloed van drugs.

Maar er zijn ook twijfelachtige personen (althans zo komen zij bij mij over!) Ik denk vooral aan de oudere mannen, alleen op pad met een jonge Nepalese jongen of meisje, hand in hand lopend. Maar dat zelfde geldt soms ook voor oudere westerse vrouwen.

Maar naast dit alles natuurlijk ook de Nepalees zelf. Schuin tegenover ons hotel staat een stenen (betonnen) huis, waarin ook een oude oma woont (kennelijk bij haar kinderen). Maar dat moderne gedoe vindt ze denk ik maar niks, want op de hoek van het dak heeft ze voor zichzelf een plek gemaakt waar ze een vuurtje kan stoken en waar ze haar eigen potje op de traditionele manier op een houtvuurtje kan koken… Tegelijkertijd rijdt de moderne tijd luid toeterend en zigzaggend over straat voorbij. Jongelui die willen opvallen. Erg gevaarlijk soms, want er lopen overal kleine kinderen, honden en koeien rond.

Tenslotte zie je ’s ochtends ook heel wat vrouwen, mannen en soms ook kinderen van buiten de stad komen, met een grote dhoka (mand) op hun rug en aan hun hoofd. De manden zijn meestal volgeladen met zaken die ze verbouwd hebben zoals groenten en fruit, maar bijvoorbeeld ook honing.

Zo geniet ik van alles wat ik zie, terwijl de jeep aan de overkant volgeladen wordt met vakantiegangers en parachutes voor het 'paragliding' en een bedelaar om een aalmoes vraagt.. Nippend aan mijn kopje thee en af en toe een praatje makend met een voorbijkomende Nepalees.